K a t h e d r a a l  v a n  S i n t  C h r i s t o f f e l

Geschiedenis

 
kathrat.jpg (82822 bytes)
kathmarkt.jpg (85809 bytes)
 

Als er één kerkgebouw in Roermond klappen heeft moeten incasseren, dan is het wel deze laatgotische kerk. Hoog en, niet bedoeld, strategisch gelegen, vroeg zij als het ware hierom. Tot tweemaal toe brandde de kerk uit, terwijl natuurelementen als storm en bliksem het vooral op de toren hadden voorzien. De laatste slag werd haar toegebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog toen de toren opgeblazen werd en in zijn val de kerk grotendeels verwoestte.

De na de oorlog geheel gerestaureerde kerk bevindt zich aan de noordzijde van de markt, het oudste centrum van stedelijk Roermond waar zich ook het in 1700 gebouwde stadhuis bevindt. De bouw van de huidige kerk nam een aanvang in 1410, ter vervanging van een oudere kerk die op een geslechte heuvel even buiten de stadsmuur had gelegen. Uit deze vroegste periode dateren het transept, het hoofdkoor, het schip met de binnenste zijbeuken en de drie eerste geledingen van de toren. Op de toren bevindt zich het enkele meters hoge vergulde beeld van Sint Christoffel, de patroon van de stad.

De eretitel "kathedraal" dankt de kerk aan de Spaanse koning Filips II en de paus van Rome, die in 1559 Roermond -mede om de stad na de grote brand van 1554 een extra steuntje in de rug te geven - hebben verheven tot bisschopsstad. De bisschopszetel staat er overigens nog steeds, zij het in meer eigentijdse vormgeving uitgevoerd, achter het bronzen altaar van Leo Brom (1961) en aan het hoofdeinde van de met renaissance-motieven versierde koorbanken.

kathteksta.gif (19673 bytes)

In 1410 is begonnen met de bouw van de huidige kerk.

Uit deze vroegste periode dateren het driezijdig gesloten transept, het eveneens driezijdig gesloten hoofdkoor, het schip met de binnenste zijbeuken en de drie eerste geledingen van de ingebouwde toren.

Het begon in 1458 met de bouw van een hoog noorderkoor, omdat de broederschap van het H.Sacrament om ruimte verlegen zat.

In 1489 eiste een andere broederschap, die van O.L.V. op der Porten, een eigen koor op.

Dit resulteerde in de bouw van een even hoog koor als het noorderkoor met een rechthoekige koorafsluiting, ten zuiden van het vroege hoofdkoor.

Merkwaardig is, dat men bij het optrekken van de hoge zijkoren de oude scheibogen en de vensters daarboven intact liet.

In het oosten van de kerk stonden nu drie in hoogte gelijke koren, die men met elkaar verbond door de gesloten wanden van baksteen weg te kappen

Let ook eens op het stergewelf in het sacramentskoor. Een echte hallenkerk is het echter nooit geworden.

Het Mariakoor heeft netgewelven, verder meestal gewone kruisgewelven.

De zijbeuk aan de zuidkant van het schip werd nog verdubbeld, terwijl aan de noordzijde een reeks kapellen tot stand kwam, die in de twintigste eeuw als nieuwe zijbeuk bij de kerk getrokken werd.

Het hallenkoor, het transept met zijn absiden en het onregelmatig in de breedte uitgedijde schip harmoniëren niet al te best.

Het stergewelf over het transept, dat uit de 16e eeuw stamde, is na een instorting in 1821 vernieuwd.

Aan het zuidertransept werd in het laatste kwart van de 15e eeuw de St.-Jacobskapel toegevoegd.

kerk1a.jpg (10511 bytes)  

Oorspronkelijk dateert de toren uit de 15e eeuw. Een barokke spits verbrandde (1892) en een neogotisch exemplaar kwam in de plaats en deze werd door storm vernield in 1920.

Door oorlogsschade werd de kerk tussen 1945 en 1953 hersteld en de nieuwe spits kreeg daarbij een vormgeving geďnspireerd op de in 1892 vernielde barokke bekroning.

 

Geraadpleegde literatuur:

"Kunstreisboek voor Nederland", Amsterdam/Antwerpen 1977

J.G.F.M.G. baron van Hövell tot Westerflier: "Roermond vroeger en nu", Bussum 1968

 

 

met dank aan : LIESBETH SPAAN UPPELSCHOTEN - BART SPAAN - PAULINE SPAAN -

                              PIETER VALLEN - GEERT de VOS - ONNO ZOLLNER - INA van ZYL